Hobby’s en Hoogbegaafdheid
Toen ik erachter kwam dat ik hoogbegaafd was, kreeg ik te maken met de bijbehorende ‘rouw’ periode, waarin je als volwassene terugkijkt op je leven en ineens alles op zijn plek valt. Maar je krijgt ook te maken met spijt, want misschien had je toch moeten doorzetten bij die pianoles, die tennisles of dat turnen. De aanleg was er, dus jammer dat ik toen niet had doorgezet. Als moeder nam ik me vervolgens voor om niet te snel op te geven bij de kinderen. Want wat zou het toch leuk zijn geweest als ik nu piano had kunnen spelen. Maar wat had ik het mis, met die gedachte.

Toen de kinderen op een leeftijd kwamen dat ze zich wilden gaan verdiepen in iets extra’s, namen we ons bij de jongste voor om hem op pianoles te zetten. Zijn juffen hadden aangegeven dat hij meer uitdaging nodig had. Het wiskundige van de pianoles leek ons wel wat. De kennismakingsles verliep heel goed en hij mocht ondanks zijn 4 jaar beginnen. Zijn zus was gelijk jaloers. Heerlijk die weegschaal waar alles continu op wordt gelegd: als  de een iets mag of iets krijgt, wil de ander het ook, anders is het niet eerlijk. Phileine wilde dus ook op pianoles. Prima, ons zal niet worden verweten dat we de kinderen geen kansen bieden en ze remmen in hun ontwikkeling. Dus Phileine ook een introductieles. Die verliep eigenlijk nog beter dan die van haar broertje. En dat zorgde weer voor frustratie bij Hero, want hij wilde ook meteen op hetzelfde niveau kunnen spelen als zijn oudere zus. Dat hij 19 maanden jonger is en dat nog niet zo hoeft te kunnen, daar had hij niets mee te maken. Hero stopte dus na 5 maanden alweer met de pianoles, van pure frustratie. Phileine ging door. Haar juf was lovend. Ze had talent, ze kon op heel hoog niveau gaan spelen als ze zou doorzetten. Ze had een gevoel voor ritme die haar leeftijdsgenootjes niet hadden. Het streelde Phileine’s ego enorm, maar wat er aan elke les voorafging vertelde ik aanvankelijk niet: ze oefende niet. Elke week ging ze vijf minuutjes voordat de pianolerares kwam even ‘oefenen’ en dat was genoeg. Het koste me wel een hele week strijd: ‘Moet je niet oefenen?’, ‘Geen zin’, was dan haar reactie. Het feit dat het haar makkelijk afging, hield het voor haar leuk, maar oefenen…. Ondanks deze strijd, hebben we na een half jaar geïnvesteerd in een digitale piano. Uiteindelijk zou ze toch een keer de complexere stukken moeten gaan oefenen, daar heb je dan toch een eigen piano voor nodig. En ze had talent, toch?

Op een bepaald moment gaf Phileine aan Engels te willen leren. Of ik dat haar niet wilde leren, als docent Engels. Als moeder voelde ik eigenlijk dat ik dat hoorde te doen, maar m’n eigen kind onderwijzen, hoe ideaal het ook klinkt, dat wilde ik niet. Ik kwam per toeval tijdens een rommelmarkt in contact met een juf van de Engelstalige kinderopvang, voor de internationale school. Zij boden ook balletles aan, van een Engelstalige juf en dat was ook toegankelijk voor buitenstaanders. Ik legde het Phileine voor, balletles en Engels leren tegelijk. Dat leek haar wel wat! Zo gezegd, zo gedaan. Ik zelf ook wel blij, want het was klassiek ballet en aangezien Phileine best lang is, kon ze gelijk een goede lichaamshouding aanleren. Balletles stond al langer op  haar verlanglijstje, dus twee vliegen in een klap. Van de ballet instructrice kreeg ik hetzelfde terug als van de pianolerares: ze heeft talent! Geweldig gevoel voor ritme en een perfecte lichaamshouding. Ik als moeder natuurlijk apetrots. En zij zelf ook wel een beetje. Maar dat mocht niet lang duren….

Ze moest gaan opvoeren. De eerste opvoering was met Kerst. Wat vond ze dat spannend! Enkel voor de ouders, maar desondanks had ze er slapeloze nachten van. De voorstelling ging uiteindelijk prima, maar het plezier was eraf: ballet bleek niet vrijblijvend, ze moest optreden. Toen bleek dat er een tweede opvoering in het verschiet lag, aan het einde van het schooljaar, was ze er klaar mee: ze wilde stoppen. Na overleg met de instructrice hebben we afgesproken dat ze in elk geval het jaar af zou maken, zodat ze de andere meiden niet in de steek zou laten. Vooruit dan maar, ze ging schoorvoetend akkoord. De laatste opvoering ging ook heel goed, weliswaar met een strak gespannen snoetje, maar het lukte. Toen een van de ouders vervolgens voorstelde om het nog eens te doen, omdat het zo leuk was om naar te kijken, kreeg ze een paniekaanval: één keer was de afspraak! En afspraak is afspraak! Ze kreeg haar zin, ze hoefde niet. En zo eindigde voor haar de balletles in tranen.

Bij de pianoles was ondertussen het moment daar dat ze met twee handen moest gaan leren spelen en de stukken complexer werden. Ze kreeg huiswerk mee wat echt niet binnen vijf minuutjes voor de les erin ging. Ze viel steeds vaker door de mand. Ook werd ze gevraagd om voor ouderen een stukje op te voeren. Dat weigerde ze, want dat kon ze niet. Uiteindelijk werden de pianolessen zelf de momenten van oefenen met de juf ernaast. Dat ging ten koste van het tempo, de helft van de stukken in de methode werden overgeslagen. De wekelijkse les werd een strijd. Vanaf de bank kreeg ik de psychologische oorlogsvoering tussen Phileine en haar juf mee en ik moest regelmatig ingrijpen en opvoeden. Wekelijks hikten we beiden aan tot die pianoles. Vaak heb ík willen stoppen, maar ik wilde Phileine er niet te makkelijk van af laten komen. Ze heeft talent en aan mij als ouder om dat talent tot uiting te laten komen…., toch? Maar ten koste van wat? Het moet leuk blijven, ook voor mij. Phileine’s vaste mindset en faalangst zaten haar in de weg. Een orthopedagoog had het advies gegeven om de Suzuki-methode te gebruiken. Dat houdt in dat je een stuk hoort en op gehoor het probeert na te spelen. Daar voelde haar juf niets voor. Uiteindelijk kreeg ik door dat Phileine met deze juf en haar manier van lesgeven haar talent nooit tot uiting zou laten komen. De instructiebehoefte van Phileine kon niet worden vervuld door haar juf. Toen uiteindelijk een keer de bom echt barstte tijdens de les en Phileine een hysterische woedeuitbarsting kreeg (zo een waar je ze pas weer tot reden vatbaar is, nadat je een koud washandje in haar gezicht hebt gegooid), was ik er uiteindelijk klaar mee. Talent stimuleren prima, maar niet ten koste van het kind en ook niet ten koste van mij. Dat was dan het einde van de balletles en het einde van de pianoles.

Iemand zei me dat ze een schaaktalent is…. Ze heeft ook veel talent voor zeilen. Onze dochter heeft duidelijk potentie, maar het allerbelangrijkste is dat het leuk moet blijven. Voor alle betrokken partijen. Dus een schaakclub of een zeilklasje, die slaan we even over. Ik heb mijn les geleerd.

En nu? Hero pingelt nog wel eens op de piano, die trouwens te koop staat. En hij zit op Kung Fu, wat hij prachtig vindt. En beide kinderen zitten op de scouting. Hero al vanaf zijn vijfde, direct nadat we klaar waren met zijn pianoles. Na het aflopen van de balletlessen van Phileine, waren mijn man en ik het erover eens dat zij er ook op moest. Ze wilde in eerste instantie niet, maar nu telt ze de dagen tot de volgende bijeenkomst! Ze heeft er vriendinnen – de helft van haar klas – en ze wordt uitgedaagd, zonder dat ze ergens toe wordt gedwongen. Ze heeft er plezier in en dat is het belangrijkste.

Of ik tekort ben geschoten als moeder, omdat ik hun talenten niet stimuleer? Ik vind van niet. Het was voor mij wel absoluut een leermoment. Het probleem met die HB’ers is vaak dat ze vele talenten hebben. Zaak is om dat talent te vinden waar ze ook blij van worden en energie van krijgen. Al die andere zijn leuk om af en toe tussendoor eens iets mee te doen, zolang het geen verplichting wordt. Hobby’s zijn voor de ontspanning en de ontlading en dat hebben die jonge hoogbegaafden die vaak ook nog eens hoogsensitief zijn echt nodig. Anders heb je straks te maken met hoogbegaafde pubers die met een burn-out thuis zitten. En dat is pas verspilling van talent.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *